Blogs

2024-08-13

3 tips voor een fijnere werkdag

1. Hang zelf de slingers op
Zorg dat jij het leuk hebt op je werk. Wacht niet tot anderen het leuk voor jou maken. Je zit meer dan de helft van je dag op je werk en dan kun je het net zo goed gezellig hebben. Dus zet een plant in je werkkamer of ga eens een praatje maken met die leuke collega. Neem af en toe eens wat lekkers mee naar het werk. Bijvoorbeeld een zelfgebakken taart, koekjes of snoepjes. Niet omdat je jarig bent, maar gewoon omdat iets lekkers, het werk net even wat leuker maakt.

2. Blok tijd om aan taken te werken
Op ons werk worden we heel vaak gestoord door anderen. Je weet wel, zit je net je email te lezen, gaat je telefoon. Zit je net goed verdiept in een belangrijke notitie, loopt er een collega binnen met een vraag. En dan ben je weer afgeleid. Het kost gemiddeld zo’n 10 minuten voordat je weer geconcentreerd aan je taak verder kunt werken en voor dat deze minuten om zijn, ben je al weer drie keer gestoord. Dus als je taken gedaan wilt krijgen, zorg dat je niet gestoord wordt.
Blok bijvoorbeeld iedere ochtend of middag een uur of langer voor taken die je moet doen. Laat je collega’s weten dat ze je dan niet moeten storen en zet je meldingen op je computer en telefoon uit. Zo voorkom je dat je toch afgeleid wordt.

3. Je BENT je werk niet, maar je werkt als…
In Nederland zijn we gewend om, als iemand vraagt “Wat doe je voor werk?”, te antwoorden “Ik ben…”. We identificeren onszelf heel erg met onze baan. Zoals we ook doen als we zeggen “Ik ben moeder” of “Ik ben de zus van..” of “Ik ben de vrouw van..”.
Het grappige is doordat we zeggen “ik ben…”, verbinden we ons heel erg met ons werk. We zien onze baan als integraal onderdeel van onze identiteit. Dat lijkt op het eerste gezicht prima en helemaal geen probleem. Maar het kan ook in de weg gaan zitten op het moment dat het even niet lekker loopt op je werk of als je kritiek hebt gekregen op je werk. Als je van onze collega te horen krijgt dat je die presentatie toch niet zo goed hebben gedaan, dan komt dat veel meer binnen als je jouw eigenwaarde hebt koppelt aan je werk. En dat doe je als je zegt “ik ben…”.

Je bent zo veel meer dan je baan! Je bent ook nog vrouw, dochter, vriendin, eventueel zus of moeder, yogi, sporter, schoonmaakster van je huis, tuinvrouw als je in de tuin werkt, fietser enzovoort. Je snapt het plaatje, denk ik wel. Ook heb je veel meer facetten dan je op je werk laat zien. Als je op je yogamat staat ben je weliswaar niet een ander persoon dan op je werk, maar je hebt wel andere vaardigheden nodig. Je leidinggevende zal raar opkijken als je vertelt dat je heel goed de downward facing dog kan doen, maar niet het antwoord op zijn vraag over de cao kan geven. Ik wil maar zeggen dat je in de diverse rollen ook andere vaardigheden en kennis nodig hebt.

Het is dus van belang te onthouden dat je veel meer bent dan je werk. Je relaties, hobby’s, normen/waarden en dromen vormen samen wie jij bent.
Antwoord daarom op de vraag welk werk je doet “Ik werk als…” in plaats van “Ik ben…”. Voel je het verschil? Zeg het maar eens hardop. “Ik ben….” of “Ik werk als..” Voel je nu verschil? Door deze andere bewoording, maak je jouw identiteit niet gelijk aan je baan. Daardoor zul je minder stress ervaren als het even tegenzit op je werk.

De tips werken niet? 
Doe je dit al, maar werkte het niet voor jou om weer met plezier naar je werk te gaan? Vraag dan nu een gratis sessie aan en ontdek wat wel voor jou zal werken.